(vier mei)

We zeiden we werden gescheiden in dierentuinen en bioscopen, in slagerijen.
Je zei na het transport hoorde ik mijn geschreven naam in getallen spellen. 

Je zei je fluisterde een regel ‘het onnoembare, dat mij niet kan ontvellen’. 
We zeiden we hadden geloven, een ongeloof vooraf, een ongeloof tijdens. 

We zeiden naakt als de dieren werden we in het bos onze graven ingesneden.
Je zei eerst scheurde mijn ene, toen reikte mijn andere oor tot achter het weten.
Dodenherdenking