Het huis van europa

mijn buurman heeft een continent bedacht
een glooiend rijk met weinig eigenschappen
geen wind of echo: instapklare vlaktes
maken het leven lang en af

de burgers zijn beschaafd aan alle kanten
volledig rond en eengemaakt
gelijken zij hun munten, talen, hun tomaten
vredig rollen ze over straat

ook in mij gedijt dat eindeloos
verlangen naar orde, huiselijkheid
buurman en ik, wij aanvaarden elkaar
vormen het schuim op onze idealen

maar soms, wanneer de wereld brandt
vlak voor het slapengaan
soms denk ik zachtjes aan mijn afkomst
dan ruik ik u op afstand

daar, onder gladde jongenshuid
ontwaakt in honderdduizendvoud
een ronduit tegenstrijdig gaat

          een hol gevuld met kelten en katharen
          etrusken, moren, magyaren
          het stinkt er naar melk en mannenvacht

naar visigoten, protoslaven
lappen trekken op jacht naar de kruin
vandalen bevolken mijn onderbuik

          mijn vlees puilt uit, begint te smelten
          bask! saks! merovingers
          haken zich vast aan tere ribben

ik val uiteen, kom samen in horden
ik word een goede barbapappa
voor al mijn reizende voorvaderen

          hier gaat de mikmak van europa

mijn buurman had een continent bedacht
maar ik zoek een kamer voor mijn gasten
een huisje voor gemengde komaf
of gewoon een vat om in te slapen

ik zoek een plek vol ongemak
liefst hoekig zoals vroeger: slecht geregeld
tochtig en half af, maar écht -
geef me houvast tussen kelder en dak

bouw voor mij een roestig huis
tegen een merelveld vol schone mythen
tegen de klaprozen van poperinge
en de gouden kiezen van auschwitz

tegen een uitzicht op mist en zuiverheid
bouw mij een moeilijk, pijnlijk huis
Bij de opening van Huis van Europa