Mijn nieuwe vaderland

Wie neerlands bloed in d’aders vloeit
   van vreemde smetten vrij
wiens hart voor volk en orde gloeit
   verhef uw zang als wij.
Vandaag zien wij weer één van zin
   de vlaggen afgestoft.
Vandaag zet ik mijn feestlied in
   voor vaderland en schoft.

Ik eer de leiders van mijn land.
   Hun vlekkeloos parcours
leert mij wat macht vóór al verlangt:
   't geweten van een hoer.
Ik eer mijn leiders hemelhoog
   en ’t hoogst zit een fascist
die u en mij zolang gedoogt –
   zolang als hij beslist.

Beschermt gij, leiders, onze grond
   waar vreemde adem gaat
gij die zo rein zijt, kerngezond
   en zuiver op de graat.
Wij smeken om een harde hand
   in aangewreven haat.
Behoud voor 't lieve vaderland
   de blanke natiestaat. 

Braakt uit, gij vrienden, vrij van zin
   uw krop, uw kreet, uw gal.
Niets is taboe en niets te min
   uw bagger minst van al.
Verneder dus wat u niet zint
   sla stuk wat niet bevalt
laat zien hoe u dit land bemint
   omhels het op zijn smalst.

Hoe klopt ons hart, hoe zwelt ons bloed
   bij 't rijzen van dees’ toon.
Klonk ooit een zuiverder gemoed
   een leger hart zo schoon?
Waar hoorde men die koekoekszang
   voor volk en vaderland?
Dat was toen in het landsbelang
   een heel volk werd verbrand.

Dood nu wat afwijkt van uw bloed
   en van uw onderbuik.
Bewaar het niet, verdelg het goed
   zodat dit land ontluikt.
Wie hier nog onze mildheid zoekt:
   los op in brandend veen.
Waar elk verschil werd opgedoekt
   zijn staat en burger één.

Wie neerlands bloed in d’aders vloeit
   van vreemde smetten vrij
die fabel staat weer eens in bloei
   in dwazen zoals wij.
Veel liever word ik door een volk
   van hunnen aangerand
dan mee te gaan in deze kolk
   van schoft en vaderland.
Bij het aantreden van het kabinet Rutte