Staat

Verlos ons van de hooligans, het brullen in de straten. Van treinen die niet rijden
en van de themaweek. Van volledig automatisch doorgeladen haten,
de liegende politicus. De koffie en de cake.

Verlos ons van vergunningen en van ons welvaartsvet. Pyjamadag. Bejaardenflat.
Van het burgerbijstandsteam en vaste inlooptijden. Van hoofddoekvrees,
van religieus besnijden. Van lange rijen op Schiphol,

de aanklampmails van goede doelen. Van posterhoofden, viltstifttrekkers,
peervormigheid en sta-op-stoelen. Van aftapping en pseudovraag.
Van mensen die mijn land zeggen en hun buurt bedoelen.

Van dertig soorten pindakaas en zestig soorten brood. Van sushibar,
vuurwerkshow en dansen na de dood. Verlos ons van de bontkraag
en van de kansenwijken. Van kaas met plastic randen

en van speelgoed voor de rijken. Van voorlichting met aardbeismaak.
Digitaliseren. Van witgewassen auto’s die je nergens kunt parkeren.
Van optimisme, beeldschermliefde, hypnotherapie.

Van de Hitler-vergelijking en de rok over de knie. Van Facebookrel,
begrotingsfout, van dreigen met de hel. Van de weekheid
der nuance en de domheid van het geld.

Van vegasnack en suikertaks. Van metrolijn en brekend steen.
Van ingevlogen superfruit. Van hoogbegaafdheid in groep 1.
Van kleuren voor volwassenen en kinderen die roken.

Van mantelzorg en schuldgevoel. Van balancerend koken. Van cowboys,
indianen, van speelgoedactivisme en studerende vandalen.
Van steeds gekwetste zielen. Van stropdaspolemiek.

Van alle holle vragen op de labels aan de thee. Van twitterpolitiek
en ijsbeertjes op zee. Van vragenuur. Van kast, van muur,
van doeners die niets blijvends meer bedenken.

Van denkers die wel weten maar niet doen. Van alle rare woorden
en hun nutteloze schrijvers. Van standbeeldangst en valse roem.
Verlos ons van de goddelozen en de predikanten.

Van thuiscompost en CO2. Van lekker tegen-alles, lekker voor-me-eigen.
Van kankerroepers, tegelfluimers. Sissers, graaiers, hijgers. Verlos ons
van parkeerbeleid, de taart met genderkleur,

de wachtmuziek, het supermarkthumeur. Van fietsendief, van festivals
en van reclameborden. Van dichte mist. Van verre pijn. Middenweg
en polderleed. Quinoasnorren. Sportschoolzweet.

Van jezelf te moeten zijn. Verlos ons van de hypotheek. Verlos ons
van de huur. Van jonge boerendochters, comazuipend
in een schuur. Verlos ons van de meerderheid.

De eenzaamheid. Het zaad. De varkenskop, de knuffelploeg, de knieval
voor de haat. Verlos ons van de meningen en van het stemlokaal.
Van privacy. Van ironie. Verlos ons allemaal.
Bij de gemeenteraadsverkiezingen