X weet het ook niet meer
ik was iemand die ervoor gezorgd heeft
dat ik hier terecht ben gekomen
ik wil niet de indruk wekken
dat het altijd aan de ander
ligt
ik was verslaafd
ik ben er vijftien jaar vanaf
ik ben geen leider
ik ben iemand die de schuld krijgt
ik heb de naam gekregen
dat ik een groep ontwricht
dat ik het team ontwricht
ik vind het moeilijk om kwetsbaar te zijn
ik ben bang dat ik overlopen word
ik weet niet meer hoe ik met mensen om moet gaan
ik vind dat het strafbaar gesteld moet worden
wanneer iemand niet zegt hoe hij mij ervaart
en daarmee de beeldvorming over mij beïnvloedt
het lijkt erop dat je helemaal perfect moet zijn
om geholpen te kunnen worden
ik sta altijd tien-nul achter
ik heb altijd gedacht dat ik die tien-nul
zou kunnen inhalen
ik ben blij dat iemand ziet
dat er bij mij groei is ontstaan
als ik alles zelf zou kunnen aanleren
zou ik hier niet zitten
In de zomer van 2020 mocht Tsead Bruinja, als Dichter des Vaderlands, op uitnodiging van de Pompestichting met tbs’ers en hun behandelaars spreken. Dat werden openhartige conversaties over hun jeugd, hun leven in de kliniek en de problemen waar ze tegen aanlopen. Op basis van deze gesprekken schreef Bruinja teksten die hij omschrijft als documentairepoëzie. In ‘Springtij’ (Querido, 2020) komen de mensen die we ter beschikking stellen aan de staat zelf aan het woord, in hun eigen taal. Mensen die een vreselijk delict hebben begaan, maar ook mannen en vrouwen met wie we verlangens, adromen en ambities delen.
Deze publicatie is mede tot stand gekomen dankzij een bijdrage van het door het Prins Bernhard Cultuurfonds beheerde Pijlfonds en dankzij een bijdrage en de medewerking van de Pompestichting. De Dichter des Vaderlands wordt gefaciliteerd door het Nederlands Letterenfonds, de Stichting Lezen en de Stichting ddv.
Een voordracht van alle gedichten uit te bundel is te beluisteren op soundcloud:
https://www.singeluitgeverijen.nl/querido/boek/springtij/